Dystonie als gevolg van medicijngebruik niet altijd bekend

Wat moet je doen als je een bewegingsstoornis krijgt als gevolg van medicijnen? Gerda Weits van Lareb gaf tijdens de Nationale Dystoniedag een presentatie over dit onderwerp. “Overleg altijd met een arts, want iedere situatie is weer anders.”

Hoeveel mensen een bewegingsstoornis krijgen door het slikken van bepaalde medicijnen, weet niemand. Maar het bijwerkingencentrum Lareb krijgt hier wel regelmatig meldingen van. Dit is een onafhankelijke organisatie die de veiligheid van medicatie in Nederland bewaakt. “Zowel zorgverleners als patiënten kunnen bijwerkingen melden. Het is juist de combinatie van meldingen die zo waardevol is. Want een zorgverlener meldt vanuit het perspectief van zijn vakkennis en een patiënt meldt vanuit een eigen ervaring”, vertelt Gerda Weits van Lareb.

Medicijnsoorten

Er zijn verschillende groepen medicijnen die bewegingsstoornissen, waaronder dystonie, kunnen veroorzaken. Weits: “De bijwerkingen van de eerste twee soorten – antipsychotica en medicijnen tegen misselijkheid – zijn bij de meeste artsen goed bekend. Dat antidepressiva en medicijnen tegen epilepsie en zenuwpijn ook bewegingsstoornissen kunnen veroorzaken, is minder bekend.

Gerda Weits legt uit: “Antidepressiva werken via serotonine, een stofje in de hersenen dat mensen kalmeert. Maar via de serotonine beïnvloedt het medicijn indirect ook de aanmaak van een ander
stofje, namelijk dopamine. Deze stof heeft invloed op lichaamsbewegingen. Als de werking van dopamine wordt verstoord, dan kunnen spasmen ontstaan. Dit indirecte effect van serotonine is niet bij alle artsen bekend’, legt Gerda Weits uit. “Bij middelen tegen epilepsie en zenuwpijn treedt een vergelijkbaar effect op, maar dan via weer andere stofjes in de hersenen.” Uit de meldingen die binnenkomen bij Lareb en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat antipsychotica vaak wat heftiger vormen van bewegingsstoornissen veroorzaken. “Denk hierbij aan spasmen in het hoofden
halsgebied of in armen en benen. Soms blijkt het lastig te zijn om dystonie – waarbij de keel en tong betrokken zijn – te onderscheiden van een allergische reactie, waarbij zwelling van de tong optreedt. Dat is een probleem, want beide klachten worden op een heel verschillende manier behandeld”, aldus Weits.

Als patiënten merken dat ze dystonie of bewegingsstoornissen krijgen, is het zaak dat ze meteen hun arts raadplegen, benadrukt Weits. “Het is belangrijk dat het medicijn zo snel mogelijk uit het lichaam gaat of dat de dosering wordt verlaagd. Maar – en deze waarschuwing is belangrijk – zomaar stoppen met een medicijn zonder dat er een arts bij betrokken is, is heel onverstandig. Sommige medicijnen kunnen beter langzaam worden afgebouwd. En soms is stoppen met een medicijn niet nodig, maar is een lagere dosering voldoende om de dystone klachten te stoppen.”

Tegenmiddel of switchen

In sommige gevallen kunnen patiënten een tegenmiddel krijgen, biperideen genaamd, beter bekend onder de merknaam Akineton®. “En soms kan er eenvoudig worden geswitcht naar een ander
geneesmiddel. Of dat kan, verschilt per patiënt.” besluit Gerda Weits.

Als de dosering is verlaagd of mensen stoppen met het medicijn, dan is te verwachten dat de bijwerkingen verdwijnen, vertelt Weits. “Er zijn gevallen bekend waarbij de klachten niet verdwijnen, maar wat daarvan de oorzaak is, is niet bekend.”

Heeft u het vermoeden dat u dystone klachten of andere bewegingsstoornissen heeft als bijwerking van uw medicijn? Meld deze dan bij bijwerkingencentrum Lareb. Zo draagt u bij aan een steeds beter inzicht in de bijwerkingen van medicijnen