Botulinetoxine A (Azzalure, Bocouture, Botox, Dysport)
Botulinetoxine B (Neurobloc)
Injectie
Botulinetoxine A en B verschillen iets van elkaar in samenstelling, maar hun effect is hetzelfde. Botulinetoxine A is geregistreerd voor gebruik bij blefarospasmen, hemifacialisspasmen, en cervicale dystonie bij patiënten van 12 jaar en ouder. Daarnaast is het geregistreerd voor aanhoudend overmatig zweten bij patiënten van 18 jaar en ouder. Azzalure en Bocouture zijn ook geregistreerd voor volwassenen jonger dan 65 jaar voor het tijdelijk verbeteren van het uiterlijk door matig ernstige en ernstige rimpels tussen de wenkbrauwen als de patiënt hierdoor erg psychisch lijdt. Botulinetoxine B is geregistreerd voor de behandeling van cervicale dystonie bij volwassenen.
Beide middelen zijn eerste keus middelen bij dystonie. Ze worden ook bij andere aandoeningen met verkrampte spieren gebruikt, zoals spasticiteit. Als de dystonie erg uitgebreid is, is toepassing niet zo zinvol omdat dan op teveel plaatsen gespoten moet worden en de hoeveelheid botulinetoxine te hoog kan worden. Dan zal men eerder een keus maken uit de andere medicijngroepen. Artsen schrijven botulinetoxine ook voor andere kwalen voor zoals overmatige speekselvloed, zwerende kloofjes in het slijmvlies van de anus en urine-incontinentie door een overactief blaassyndroom.
In zeer kleine hoeveelheden op de juiste plaatsen ingespoten, blokkeert botulinetoxine de zenuw die de verkrampte spier aanstuurt. De spier verslapt daardoor en de dystonie neemt af. De neuroloog kan zo nodig gebruik maken van EMG apparatuur (elektromyografie) om de plaatsen van inspuiting nauwkeurig te bepalen. Het aantal injecties varieert van één tot twaalf per behandeling, afhankelijk van de soort dystonie. Na het injecteren treedt meestal na drie tot veertien dagen verbetering van de dystonie op. Het effect is maximaal na zes weken en houdt gemiddeld twaalf weken (met een spreiding van twee tot 33 weken) aan. Bij verdwijnen van de toxine gaat de spier weer verkrampen. Hoe het toxine door het lichaam onwerkzaam wordt gemaakt, is vooralsnog onbekend. De behandeling moet gemiddeld om de drie maanden worden herhaald.
Bijwerkingen komen nogal eens voor en zijn het gevolg van verslapping van spieren die in de buurt van de injectieplaats liggen of een niet goede injectieplaats. Afhankelijk van de plaats van inspuiten kunnen ontstaan: hangend ooglid, dubbelzien, wazig zien, pijnlijke droge ogen, gezichtsverlamming, slikproblemen, kwijlen, droge mond, schorre stem, smaakstoornis, hoofdpijn, moeite het hoofd op te houden, spierpijn, moeheid en rusteloosheid. Meestal verdwijnen deze bijwerkingen weer geleidelijk na enkele weken.
Soms gaat het lichaam op den duur antilichamen vormen tegen de botulinetoxine. Het middel wordt dan minder effectief. Als antilichamen tegen botulinetoxine A zijn gevormd, kan soms botulinetoxine B nog wel effectief zijn. Na verloop van tijd ontstaan ook hier helaas vaak antilichamen tegen.
De werking en toepassing van Botuline toxine A staat ook beschreven in het 'Gele boekje - Dystonie ziektebeelden en behandelingen' van Drs. E.H.H. Wiltink. LEES MEER >>
In het kader van het ZonMW project 'Dure en Weesgeneesmiddelen' hebben neurologen en een epidemioloog in het AMC een dossier geschreven over het gebruik van botulinetoxine bij patiënten met focale dystonie. In dit dossier komt zowel de therapeutische kant (hoe goed werkt het, wat zijn de bijwerkingen en dergelijke) als de economische kant (wat kost de behandeling en wat levert het op) aan bod. Hier een beknopte versie van deze notitie. LEES MEER >>